De thuisblijvers
  Teun (25-5-20)
"Waar zijn we aan begonnen?!" hebben we de eerste dagen dat we Teun in huis hadden vaak gedacht. Wat een extreem bang katje! Dat een kitten even moet wennen aan zijn nieuwe ongeving, dat is logisch. Maar dat hij ons ook eng vindt, dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Gelukkig is dat helemaal goedgekomen en is hij ook vertrouwd geraakt met zijn grote broer. Het valt in Corona tijd echter niet mee om hem ook aan andere mensen te laten wennen. Als hij vreemde stemmen hoort, vliegt hij in paniek naar zolder.
Het eerste bezoek aan de dierenarts voor een herhalingsvaccinatie was een groot drama. Hij vloog uit zijn bak en na een paar rondjes door de behandelkamer te hebben gerend, schoot hij door een opening in de paal waar de behandeltafel aan vast zat. Er moesten een paar schroeven worden losgedraaid voordat men hem te pakken kreeg. Al met al duurde het bezoek meer dan een half uur; dat is ruim 3x langer dan de bedoeling was.
Hij is nog nieuwsgieriger dan Tommie en heeft het stokje van hem overgenomen om ons overal in huis te volgen. Het favoriete speelgoed van Teun zijn aluminiumpropjes en het ijsbeertje dat hij tijdens speelse buien het hele huis doorsleept. Verder doe je hem ook een groot plezier met het een klein beetje openzetten van een kraan. Dan kan hij een hele tijd bezig zijn met het vangen van druppels. Hij is nog niet buiten geweest maar heeft al wel een paar keer een rode buurkat weggejaagd. Die stond brutaal naar binnen te kijken en schrok van Teun die plots aan de andere kant van het raam voor zijn neus opdook.


Tommie (8-6-17)
Het was wel even wennen, weer een jong katje in huis. En niet alleen voor ons ... Chico was er helemaal niet over te spreken. Tommie was bij vlagen een echt vlegeltje. Boeken uit de kast halen, was van de waslijn halen, graven in plantenpotten waren een paar van zijn minder gewaardeerde acties. Hij vond het heerlijk om te spelen en had een paar keer per dag een drukke bui. Chico probeerde dan uit zijn buurt te blijven maar dat viel niet altijd mee. Tommie probeerde ook echt wel toenadering bij Chico te zoeken. Soms lagen ze op een klein afstandje van elkaar op de bank; Tommie moest dan wel gepaste afstand houden.
Daarna had Tommie even het rijk alleen en is hij wat rustiger geworden. Hij slaapt veel, waarbij hij vaak in een rare houding ligt en ook vaak op zijn rug. Hij ligt het liefst op een van de keukenstoelen (als wij aan tafel zitten), op zijn krab"toren" en ook wel op de bank, als wij daar zitten. Hij vindt het leuk om ons in huis te volgen en in de gaten te houden wat we allemaal doen.
We hebben op een gegeven moment balletjes voor hem gekocht. Het zijn hele lichte exemplaren die hij met zijn bek kan oppakken. Dat doet hij dan ook graag en hij brengt het balletje naar ons toe als hij er achter aan willen rennen. Maakt niet uit waar we zijn; hij legt ze op de badmat, op en naast ons bed, in onze schoenen, in zijn waterbakje en ga zo maar door. We zijn steeds balletjes kwijt en die vinden we niet altijd terug. Als wij ooit nog eens gaan verhuizen, zullen we ze ongetwijfeld tegenkomen. Overigens kan hij ook prima tennissen met die balletjes. Hij gaat dan op de bank staan en slaat de balletjes die hem worden toegegooid hard en strak terug.
Sinds Teun er is, speelt Tommie veel minder. Af en toe wil hij wel meespelen als we met balletjes gooien, maar meestal laat hij het aan Teun over. Samen spelen ze graag in en om de tunnel en voeren ze vaak een strijd om wie er in dat fijne doosje mag liggen. Tommie wint dat altijd.


Chico (17-5-5, 3-1-18) 
Wat een boef, deugniet! Een wel heel levendig katje dat veel moest leren. Hij was in staat muizen te vangen, ze levend mee in huis te nemen en ze daar los te laten. Dan hebben we het nog niet over de vele levende kikkers en vogeltjes die hij naar binnen bracht. De kikkers kwamen er altijd goed van af maar de jonge vogeltjes lieten meestal een klein bloedbad in de kamer achter (gelukkig hebben we tegels en geen vloerbedekking). Vreemde katten uit de tuin jagen, kreeg hij niet helemaal onder de knie. Hij is een tijd in opleiding geweest bij zijn vriend Pats en keek goed wat die allemaal deed. Eerder rende hij hard weg als het te spannend werd, maar op een gegeven moment ging hij af en toe zelf achter een vreemde kat aan en had Pats het nakijken.
Chico hield heel erg van onze tv; zowel van er voor en op liggen als er naar kijken. Zijn favoriete programma was Springwatch van de BBC, vooral als er vogeltjes in beeld kwamen. Tot zijn grote teleurstelling kochten we een flatscreen en sindsdien richtte hij zijn aandacht op de stereo. Vanaf dat plekje kon hij, al duttend, de kamer ook goed in de gaten houden. Ook al werd hij met de jaren wat rustiger, vond hij het af en toe nog heel leuk om achter balletjes aan te hollen. Haagse hopjes vond hij trouwens ook prima speelgoed! Als wij op het punt stonden om op reis te gaan, had hij dat altijd snel door. Hij vond het niet leuk maar kwam altijd wel even helpen met het inpakken van de koffers.
Al heel lang had Chico een bultje aan de bovenkant van zijn linkervoorpoot en op een gegeven moment werd dat groter. Toch maar even laten checken; het werd verwijderd en bleek gelukkig niet kwaadaardig. Chico heeft wel een hele tijd met een grote kale plek rondgelopen. Inmiddels was de stereo geen slaapplaats meer; die begaf het en we hadden een nieuwe gekocht. Tja, tegenwoordig zijn die apparaten een stuk kleiner. Hij heeft nog wel een paar pogingen gedaan om op de tv te liggen. Dan stond de tv aan als we thuiskwamen. Gelukkig staakte hij die pogingen uiteindelijk.
Het laatste jaar was hij erg kieskeurig qua eten. We deden er van alles aan om hem aan het eten te houden. In eerste instantie viel hij flink af maar op een gegeven moment leek zijn gewicht stabiel. Totdat hij diarree kreeg. Eerst kon de dierenarts geen oorzaak vinden en was het vermoeden dat hij chronisch ontstoken darmen had. Helaas sloeg de prednisonkuur niet aan en bleek bij controle dat hij een tumor in zijn darm had. We hebben helaas afscheid van hem moeten nemen.


Pats (7-5-97, 27-9-16) 
Onze liever-lui-dan-moe-je-weet-wel-rode-theemuts-kater schrok bijnal zijn hele leven echt overal van. Als de deurbel ging zat hij in no time op zolder, aan het alarm van de eerste maandag van de maand heeft hij nooit kunnen wennen, de stofzuiger was een grote vijand en zo af en toe schrok hij van zijn eigen staart. Jaren zag vrijwel niemand hem . . . hij bleef uit de buurt als er bezoek was en men moest ons op ons woord (of d.m.v. een foto) geloven dat we een rode kater hadden. Maar de katten uit de buurt kenden hem al die jaren wel; als je als kat een bepaalde grens in onze tuin overschreed (en Pats was wakker) dan was je het haasje!!!
Wij als huisgenoten kenden hem natuurlijk goed. Het was een die-hard zonaanbidder, schootzitter en aandachtvrager. En wat was hij verdrietig toen zijn goede vriend Poekie overleed. Ontroostbaar en zwaar beledigd dat we zo'n jong mormel (Chico) in huis haalden. Maar na een paar maanden pruilen, sloot hij toch vriendschap met het jonge katje en zo af en toe liet hij hem zien hoe je vreemde katten dient te benaderen en lagen ze gebroederlijk tegen elkaar aan te slapen. Overigens was hij sinds de komst van zijn nieuwe vriend zeer verbaal aanwezig; hij stak soms hele verhalen af … helaas (of gelukkig) hebben wij hem nooit kunnen verstaan.
Op oudere leeftijd was Pats nog steeds fel op vreemde katten maar minder angstig voor allerlei andere zaken. Op een bepaald moment vonden we hem toch wel erg hyper en luidruchtig. De dierenarts bevestigde dat Pats sterk was afgevallen en constateerde een snelle hartslag. Uit bloedonderzoek bleek dat hij een overactieve schildklier had. Gelukkig was dat te verhelpen met 2 pilletjes per dag. Die gingen er wel in met een lekker stukje vlees! Pats werd een stuk rustiger maar af en toe nog erg luidruchtig, ook 's nachts. Dat veroorzaakte soms wel wat slaapgebrek bij ons maar Pats had totaal last geen slaapgebrek; hij sliep vrijwel de hele dag. Als hij zijn slaapplek verliet zag je heel goed dat het een oude kat was ... hij was dan stram en moest even opwarmen. Hij kon niet meer springen en kreeg steeds meer moeite met lopen. Op een bepaald moment was hij dan ook wel echt op.

Poekie (15-5-93, † aug. 2005)
Een mooie, lieve, zwarte kater was hij, onze Poek. Hij beschikte de eerste 5 jaar van zijn leven niet over een tuin en moest dus op een andere manier aan de nodige beweging komen; hij kon in de huiskamer onvermoeibaar achter balletjes aan rennen. Ook met kerstballen wist hij wel raad en hij kon de kerstboom moeiteloos een paar keer om zijn as laten draaien (dan bleef hij in de snoeren van de verlichting hangen).
Met muizen vangen had hij, in tegenstelling tot Pats en Chico, geen enkele moeite; als we er niet snel bij waren, waren ze hap-slik-weg. Helaas bleef dat niet beperkt tot muizen maar wist hij ook enkele hamsterjongen ongezien uit hun kooi te vangen en te verorberen. Zelfs koolmezen op het balkon waren niet veilig. Hij leerde Sjaakie, een klein zwart katertje dat een paar weken bij ons logeerde, door het kattenluik te gaan. Voor Pats, die na 4 jaar zijn intrede deed, was hij een echte broer. Toen we een tuin kregen ging Poekie al snel op ontdekkingstocht en ging er een wereld voor hem open; Pats bleef rustig in de tuin afwachten. Toen Poekie net 12 jaar oud was, kreeg hij acute nierproblemen, werd hij heel erg ziek en stierf hij.