mammoetbomen (familie Cupressaceae) | |||||||||||||||||||||
- Humbold Redwoods SP - Kings Canyon NP - Redwood NP - Sequoia NP - Yosemite NP |
In Noord Amerika komen de reuze mammoetboom (giant sequoia) en de kust mammoetboom (coast redwood) voor. Ze behoren binnen de orde van de
coniferen tot de cipressenfamilie. De indeling is als volgt: orde: Pinales/Coniferales familie: Cupressaceae subfamilie: Sequoioideae - geslacht: Sequoiadendron giganteum> (giant sequoia) ![]() - geslacht: Metasequoia glyptostroboides (dawn redwood). De coast redwood komt voor in een smalle strook langs de kust van Californië en het zuidwesten van Oregon. Giant sequoia’s groeien alleen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada in het oosten van Californië. Een sequoia wordt niet zo hoog als een redwood maar wel veel breder. De dawn redwood is inheems in centraal China. coast redwood giant sequoia hoogte: 112 meter hoogte: 95 meter leeftijd: tot 2.000 jaar leeftijd: tot 3.200 jaar diameter tak: tot 1,5 meter diameter tak: tot 2,4 meter diameter basis: tot 6,7 meter diameter basis: tot 12,2 meter reproductie: via zaad en spruiten reproductie: via zaad kegels: grootte van een olijf kegels: grootte van een klein kippenei De giant sequioa komt alleen voor op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada in Californië. De gebieden met een hoge dichtheid aan deze boom zijn verspreid over een smalle, 260 mijl lange strook. Ook al kan deze boom ouder dan 3000 jaar oud worden, is het niet het oudste organisme. Een bristlecone pine (Pinus arista) kan namelijk een leeftijd van meer dan 4600 jaar oud bereiken. Een giant sequoia is iets minder hoog dan een coast redwood maar veel massiever en wordt qua volume beschouwd als de grootste boom ter wereld. De basis van de boom kan maar liefst een diameter van meer dan 12 meter bereiken, maar bij een Montezuma cypress (Taxodium mucronutum) kan die diameter meer 15 meter zijn. Een giant sequoia wordt zo groot omdat de boom snel groeit gedurende een lange periode. De boom wordt zo oud omdat het resistent is tegen veel insekten en ziekten en omdat het de meeste branden kan overleven. De wortels vormen de enige zwakte; die groeien niet diep maar spreiden zich uit aan de oppervlakte om water te vangen. Ze groeien meestal niet dieper dan 2 meter maar kunnen zich tot 45 meter uitstrekken en daarmee een geen goede verankering bieden aan deze giga boom. De belangrijkste doodsoorzaak van een volwassen giant sequoia is dan ook omvallen. Een giant sequoia die omvalt kan nog eeuwen blijven liggen. Tannine dat in het hout zit, onderdrukt de initiële groei van schimmels en bacteriën. Pas als regen en smeltende sneeuw de tannine uit het hout hebben gespoeld, kan het verval beginnen. De grote zwarte vlekken die bij veel giant sequoia’s aan de basis zichtbaar zijn littekens van brand. Zelfs als het vuur de kern van de boom bereikt, kan het nog overleven zolang het vuur het levende weefsel rondom de boom niet beschadigt. Na verloop van tijd genezen de littekens en verdwijnen ze. Soms staan er giant sequoia’s netjes op een rijtje, zoals op de foto in het midden. Zaden van deze boom hebben een voorkeur voor mineraalrijke verbrande grond. Als een omgevallen boom lang brand laat het een strook van dergelijke grond achter; een ideale plek voor nieuwe sequoa’s . . . jaren later zie je dan een rijtje van deze bomen. Een volwassen boom kan jaarlijks wel 2000 kegels produceren waar zich in totaal 500.000 zaden in bevinden. Een kegel hangt, groen en dicht, tot 20 jaar aan de boom. Pas als de kegel uitdroogt en open gaat, komt het zaad uit de kegel. Om zaden te laten kiemen zijn er 3 vereisten: direct zonlicht, voldoende vocht en een kale bodem met mineralen. Grappig genoeg creëerde het aanleggen van wegen juist deze omstandigheden in de bermen. Toch zijn er vlak bij wegen maar weinig jonge sequoia’s aan te treffen. Dat komt doordat men, nadat deze boom ontdekt was, er alles aan deed om branden te voorkomen waardoor andere vegetatie enorm kon groeien en daarmee de gunstige omstandigheden om zeep werden geholpen. Brand reduceert de competitie van andere groenblijvende vegetatie, doet afgevallen bladeren verdwijnen en laat een dun, nutriëntrijk laagje op de bodem achter. Bovendien worden door de hitte veel rijpe kegels gedroogd waardoor de zaden er massaal uit waaien en in de gunstige kiemomstandigheden terechtkomen. Deze afhankelijkheid van brand ten behoeve van de voortplanting werd pas begin jaren 60 van de vorige eeuw bekend. Inmiddels had zich al 100 jaar plantmateriaal verzameld en zou een brand zelfs voor de oudere bomen een groot gevaar betekenen. De NPS begon daarom met de zogenaamde prescribed burns; in de lente en herfst worden delen van het bos in brand gezet. Men verwacht hier mee te kunnen stoppen zodra de bossen zich weer in meer natuurlijke staat bevinden.
Het is echt niet mogelijk om met een foto duidelijk te maken hoe indrukwekkend de coast redwood is. Daarvoor moet je tussen deze bomen doorlopen en af en toe bij een van de bomen blijven stilstaan en omhoog kijken. De coast redwood is de hoogste boomsoort van de wereld. Volwassen bomen zijn 150-250 feet (45-76 meter) hoog en sommige van de hoogste bomen zijn hoger dan 350 feet (106 meter) met een diameter van 12-20 feet (3,5-6 meter). In de eerste honderd jaar van zijn bestaan groeit de coast redwood het meest. Onder gunstige omstandigheden groeit de boom in de eerste 20 levensjaren meer dan 9 meter. Als schaduw, droogte en brand zijn groei niet belemmeren groeit hij vervolgens 60 tot 90 centimeter per jaar totdat hij rond zijn 200ste het bladerdek van het bos bereikt. Zodra het directe zonlicht het bovenste gebladerte bereikt, neemt de lengtegroei af naar 5 tot 7,5 centimeter per jaar. Er wordt dan meer energie gestoken in groei in de breedte; de diameter van een 400 jaar oude boom is gemiddeld 1,5-2 meter en die van een 700 jaar oude boom kan 3-4,5 meter. Onder de meest gunstige omstandigheden kan deze boom meer dan 2000 jaar oud worden; het is dus ook een van de oudste boomsoorten ter wereld. Een hoge leeftijd wordt o.a. mogelijk gemaakt doordat de coast redwood nauwelijks schade ondervindt van insecten en schimmels. Het hoge tanninegehalte maakt de boom niet aantrekkelijk voor deze organismen. Verder is de boom goed bestand tegen brand. De bast bevat weinig hars én is meer dan een meter dik (volwassen boom) waardoor het een goede barrière is. Vuur kan door spleten in de bast het kernhout wegbranden maar de buitenste groeiende lagen van de boom blijven in tact. Het kernhout sterft af en laat holtes achter die door dieren als schuilplaats worden gebruikt. Het is maar goed dat de boom zo goed tegen vuur kan, want ondanks het vochtige klimaat is er vaak brand. Brand is noodzakelijk om de vegetatie uit te dunnen zodat de zaailingen van de coast redwood de gelegenheid krijgen om te groeien. Tegen stevige wind en overstromingen is de coast redwood minder goed bestand. Het worstelstelsel is namelijk maar 3-4 meter diep en kan zich tot meer dan 25 meter uitspreiden, waarbij een netwerk met het wortelstelsel van andere bomen kan worden gevormd. Dit laatste kan echter niet voorkomen dat deze grote boom door wind of water kan worden neergehaald. De coast redwood groeit in vochtige kustgebieden van Big Sur in het zuiden tot in zuidwest Oregon. Het gematigde klimaat, veel regen in de winter en mist in de zomer maken dit gebied ideaal. Mist is niet essentieel maar bij gebrek er aan zou het gebied waar deze boom groeit, wel kleiner worden. Er wordt aangenomen dat deze boom vóór de laatste ijstijd op het hele noordelijk halfrond voorkwam; er zijn fossielen gevonden van 160 jaar oud. Uit fossielen die in Californië zijn gevonden heeft men afgeleid dat het voorkomen van de bomen hier van recentere tijd is; de gevonden fossielen zijn minder dan 20 miljoen jaar oud. De coast redwood is een conifeer; een groenblijvende houtachtige plant die zaden in kegels vormt. Een kegel is 2,5 centimeter en kan veel zaden bevatten. Slechts enkele van deze zaden zal daadwerkelijk kiemen; de redwood kan daarom ook een nieuwe boom voortbrengen door te spruiten vanuit de wortels. Is een boom geveld door wind of brand dan spruit er vaak een ring van nieuwe bomen uit de “burls” die vele slapende knoppen bevatten. Een zaailing die het redt groeit heel snel, soms wel meer dan 30 centimeter per jaar. De redwood dankt zijn naam aan zijn roodachtige kleur van zijn bast en kernhout. Het hout van coniferen is zachter dan dat van veel loofbomen, is makkelijk te bewerken en rot niet. Dat maakte deze boom erg aantrekkelijk voor houtwinning en rond 1850 kwam deze industrie op gang. Als gevolg van jaren van intense houtwinning is er nu nog maar een fractie van de oorspronkelijke bossen bewaard gebleven; er is minder dan 4% ongerept bos over.
|