VS, Californië: Point Lobos State Reserve | |||||||||||||||||||||
highway 1 - California State Parks - American Southwest |
Point Lobos Sate Reserve ligt, langs hwy 1, ongeveer 4 mijl ten zuiden van Carmel en 25 mijl ten noorden van Big Sur. Dit park is een absolute aanrader o.a. omdat je er vrij zeker zeeleeuwen kunt zien en als je geluk hebt ook zeehond en zeeotters. Er zijn veel wandelpaden met prachtige uitzichten op de rotsachtige kustlijn. Vergeet niet een verrekijker mee te nemen, want de dieren bevinden zich vaak op afstand. Er zijn aanwijzingen dat inheemse volkeren uit vroeger tijden in dit gebied voedsel verzamelden en klaarmaakten. Permanente bewoning was er in die tijd niet omdat er in de zomer en herfst geen vers water was. Na de komst van de Europeanen (1769) werd dit gebied gebruikt als weide voor vee, een walvisvaartstation en een haven voor schepen die in de buurt gedolven kolen vervoerden. Het wisselde vaak van eigenaar. In 1898 kwam het in handen van A.M. Allen die ook omliggende percelen aankocht. Save-the-Redwoods League stak veel geld in het gebied, er was toenemende betrokkenheid van het publiek en Cypress Grove werd geschonken als een memorial voor Allen en zijn vrouw; hiermee werd het in 1933 onderdeel van het California Park System. Later werd er nog een paar keer land aan het park toegevoegd.
Tussen december en mei bevinden zich migrerende grijze walvissen in de wateren voor de kust van Point Lobos. De beste plek om naar ze uit te kijken is Sea Lion Point (de thuishaven van een kolonie Californische zeeleeuwen) en de kustpaden van Cypress Grove Trail. Let op een spuit water dat omhoog komt; een grijze walvis spuit 3 tot 5 achter elkaar met een interval van ongeveer 15 seconden. Als de staart even boven water komt, dan neemt het dier een diepere duik onder water en kan het wel een minuut of 15 duren voordat het weer bovenkomt. Deze grijze walvissen migreren tussen hun voedselgebieden. In het noorden zijn dat de Bering Zee, de Chukchi Zee en de Beaufort Zee waar ze in de zomer verblijven. In het zuiden zijn het de warme lagunes van westelijk Baja California in Mexico. Daar worden de jongen geboren maar soms vinden er ook geboortes plaats in januari voor de kust van Californië. Ze leggen tijdens hun reis ongeveer 10.000 tot 12.000 mijl af. Bij Point Lobos zijn, op hun weg naar het zuiden, de meeste walvissen te zien rond half januari. Op weg terug naar het noorden zijn de meeste walvissen te zien vanaf maart tot in mei. Moeders met jongen passeren in april en mei, vrij dicht bij de kust. Eens was er zo veel op grijze walvissen gejaagd dat de soort bijna was uitgestorven. Door internationale bescherming zijn er nu (2009) ongeveer 20.000 dieren. Sinds juni 1994 staat de soort in de VS niet meer op de lijst van bedreigde diersoorten.
|